Spelfouten in tweets
Ik leg het dilemma voor aan een
bevriend marketingcommunicatiedeskundige als ik in een van zijn tweets een
bekende grammaticamisser zie. ‘Een aantal projecten’ is voorzien van het
meervoud. Er staat een aantal projecten zijn,
terwijl het enkelvoud moet zijn: een aantal projecten is. Bij twijfel pak ik in dit soort situaties altijd De
Schrijfwijzer van Jan Renkema; een soort van Bijbel voor iedereen die zich met
teksten bezighoudt. Of zoals op de achterkant van het boek staat: ‘al sinds
1979 het kompas voor schrijvend Nederland en Vlaanderen’. Uiteraard zijn de
taaladviezen van deze hoogleraar tekstkwaliteit aan de Universiteit van Tilburg
ook online beschikbaar via schrijfwijzer.nl. Renkema is er stellig over: ‘een onderwerp met een aanduiding
voor een hoeveelheid of een soort krijgt een persoonsvorm in het enkelvoud’. Te
denken valt aan woorden als kudde, duo, soort én dus ook aantal. De bevriende
marketingcommunicatieman meent dat we moeten accepteren dat communicatie steeds
sneller gaat en daardoor slordiger wordt.
Verbetervriendinnetje
Communicatie gaat in dit Twittertijdperk inderdaad sneller, maar moeten we daarom pikken dat we taal- en spelfouten maken? Ik ben daar geen voorstander van. Misschien komt dat wel omdat ik vroeger een verbetervriendinnetje had op de lagere school. Ook al kwamen we uit een ander milieu – haar vader was specialist en de mijne kruidenier - we konden het voortreffelijk met elkaar vinden. Als we afspraken, was dat meestal bij haar. De lange gang bij haar thuis was van onder tot boven gevuld met boeken. Dat maakte de eerste keer behoorlijk wat indruk op mij. “Jullie hebben veel meer boeken als mij” zei ik verrukt. “Meer dan ik” zei zij fel. Ik slikte, maar onthield het wel omdat ik minstens net zo goed wilde kunnen lezen en schrijven als mijn verbetervriendinnetje.
Als tekstschrijfster ben ik zelf
zo´n verbetervriendinnetje geworden. Omdat ik uit ervaring weet dat het knap
irritant kan zijn als iemand je verbetert, formuleer ik mijn verbeteringen in
teksten meestal in de vorm van suggesties. Het is aan mijn opdrachtgever om deze
taalsuggesties wel of niet over te nemen. Het liefste compliment dat ik recent over
een door mij geschreven tekst kreeg, was: ‘knap verwoordt’. Ik mailde niet terug dat verwoord met een d is, maar
was blij dat ik deze klant had kunnen helpen met een tekst in correct
Nederlands.
Overigens verslik ik mezelf ook
nog wel eens in woorden. Onlangs nog, toen ik via Twitter wereldkundig maakte dat
ik tegen mijn gewoonte in een petitie had getekend.
De tweet was nog niet verstuurd of ik realiseerde me dat je een petitie ondertekent. Als je een petitie tekent
ontstaat een hele andere betekenis. In een vervolgtweet zette ik deze
vergissing recht. De marketingcommunicatieman was er als de kippen bij om te
constateren dat het leven van een tekstschrijver niet over rozen gaat. En dáár
tekende hij dan weer voor.
Hogere doelen
Taal, hoe meer je ermee bezig
bent, hoe ingewikkelder het wordt. Volgens een artikel in Onze Taal 2013-9
stelt dichter Ilja Leonard Pfeijffer dat taal een ‘sociolect’ is. Pfeijffer
stelt dat we via taal aansluiting willen krijgen bij de door ons gewenste
sociale klasse. Zijn bewering zet het slikken van de correcties van mijn
verbetervriendinnetje in een ander daglicht. Kreeg ik door het accepteren van haar
suggesties aansluiting bij een andere sociale stand? Opmerkelijk is dat ruim
dertig jaar later dat vriendinnetje van toen en ik nog altijd bevriend zijn. Extra
bijzonder is dat we ons met hetzelfde vak bezighouden, hoewel onze invalshoeken
verschillen (zij creëert literaire teksten, terwijl ik liefst zakelijke verhalen
schrijf met een persoonlijke noot). Het is de liefde voor de taal die ons
bindt. Dat is de kracht van taal; verbindingen tot stand brengen. Zelfs via incorrecte
gespelde tweets. Tekst is geen doel op zich, maar dient een hoger doel. Neemt
niet weg dat taalgebruik oprechte aandacht verdient. Zelfs in een tweet.
Hennie van de Kar, zelfstandig
werkend tekstschrijfster