maandag 9 september 2013

In tweestrijd door spelfouten in tweets

 ‘Nieuw bedrijfslogo onthult’. Ik lees de tweet nog een keer, maar het staat er echt: onthult met een t. Het moet toch echt een d zijn; dat bezorgt mij een ongemakkelijk gevoel. Ik weet dat de afzender zijn trots wil delen. Toch leidt de spelfout mij af van de beoogde boodschap.

Spelfouten in tweets
Dergelijke spelfouten vallen mij steeds vaker op in tweets. Is het een tweet van een klant of relatie, dan raak ik als tekstschrijver in tweestrijd. Ga ik er iets van zeggen of niet? Als ik niets zeg, neem ik mijn vak dan voldoende serieus? Als ik wel iets zeg, is de kans groot dat ik het imago krijg van de juffrouw met het rode potlood. 

Ik leg het dilemma voor aan een bevriend marketingcommunicatiedeskundige als ik in een van zijn tweets een bekende grammaticamisser zie. ‘Een aantal projecten’ is voorzien van het meervoud. Er staat een aantal projecten zijn, terwijl het enkelvoud moet zijn: een aantal projecten is. Bij twijfel pak ik in dit soort situaties altijd De Schrijfwijzer van Jan Renkema; een soort van Bijbel voor iedereen die zich met teksten bezighoudt. Of zoals op de achterkant van het boek staat: ‘al sinds 1979 het kompas voor schrijvend Nederland en Vlaanderen’. Uiteraard zijn de taaladviezen van deze hoogleraar tekstkwaliteit aan de Universiteit van Tilburg ook online beschikbaar via schrijfwijzer.nl. Renkema is er stellig over: ‘een onderwerp met een aanduiding voor een hoeveelheid of een soort krijgt een persoonsvorm in het enkelvoud’. Te denken valt aan woorden als kudde, duo, soort én dus ook aantal. De bevriende marketingcommunicatieman meent dat we moeten accepteren dat communicatie steeds sneller gaat en daardoor slordiger wordt.

Verbetervriendinnetje
Communicatie gaat in dit Twittertijdperk inderdaad sneller, maar moeten we daarom pikken dat we taal- en spelfouten maken? Ik ben daar geen voorstander van. Misschien komt dat wel omdat ik vroeger een verbetervriendinnetje had op de lagere school. Ook al kwamen we uit een ander milieu – haar vader was specialist en de mijne kruidenier - we konden het voortreffelijk met elkaar vinden. Als we afspraken, was dat meestal bij haar. De lange gang bij haar thuis was van onder tot boven gevuld met boeken. Dat maakte de eerste keer behoorlijk wat indruk op mij. “Jullie hebben veel meer boeken als mij” zei ik verrukt. “Meer dan ik” zei zij fel. Ik slikte, maar onthield het wel omdat ik minstens net zo goed wilde kunnen lezen en schrijven als mijn verbetervriendinnetje.

Als tekstschrijfster ben ik zelf zo´n verbetervriendinnetje geworden. Omdat ik uit ervaring weet dat het knap irritant kan zijn als iemand je verbetert, formuleer ik mijn verbeteringen in teksten meestal in de vorm van suggesties. Het is aan mijn opdrachtgever om deze taalsuggesties wel of niet over te nemen. Het liefste compliment dat ik recent over een door mij geschreven tekst kreeg, was: ‘knap verwoordt’. Ik mailde niet terug dat verwoord met een d is, maar was blij dat ik deze klant had kunnen helpen met een tekst in correct Nederlands.


Overigens verslik ik mezelf ook nog wel eens in woorden. Onlangs nog, toen ik via Twitter wereldkundig maakte dat ik tegen mijn gewoonte in een petitie had getekend. De tweet was nog niet verstuurd of ik realiseerde me dat je een petitie ondertekent. Als je een petitie tekent ontstaat een hele andere betekenis. In een vervolgtweet zette ik deze vergissing recht. De marketingcommunicatieman was er als de kippen bij om te constateren dat het leven van een tekstschrijver niet over rozen gaat. En dáár tekende hij dan weer voor. 




Hogere doelen
Taal, hoe meer je ermee bezig bent, hoe ingewikkelder het wordt. Volgens een artikel in Onze Taal 2013-9 stelt dichter Ilja Leonard Pfeijffer dat taal een ‘sociolect’ is. Pfeijffer stelt dat we via taal aansluiting willen krijgen bij de door ons gewenste sociale klasse. Zijn bewering zet het slikken van de correcties van mijn verbetervriendinnetje in een ander daglicht. Kreeg ik door het accepteren van haar suggesties aansluiting bij een andere sociale stand? Opmerkelijk is dat ruim dertig jaar later dat vriendinnetje van toen en ik nog altijd bevriend zijn. Extra bijzonder is dat we ons met hetzelfde vak bezighouden, hoewel onze invalshoeken verschillen (zij creëert literaire teksten, terwijl ik liefst zakelijke verhalen schrijf met een persoonlijke noot). Het is de liefde voor de taal die ons bindt. Dat is de kracht van taal; verbindingen tot stand brengen. Zelfs via incorrecte gespelde tweets. Tekst is geen doel op zich, maar dient een hoger doel. Neemt niet weg dat taalgebruik oprechte aandacht verdient. Zelfs in een tweet.


Hennie van de Kar, zelfstandig werkend tekstschrijfster